Ik zie globaal twee speelwijzen.
Variant 1, de rechttoe rechtaan speelwijze:
Ik troef een lage kleur af en ik troef een harten, daarna steek ik over naar
A en geef een schoppen af. Ik troef de nagespeelde lage kleur, sla
AH en geef een harten af. Ik maak 4
als de schoppens 3-2 en de hartens 4-3 zitten. Niet heel erg kansrijk, maar ook niet kansloos.
Het alternatief, waarvan ik geen idee heb of het beter is:
Variant 2,
H laten lopen:
Stel dat deze voor links is, dan zal 'ie wel troef naspelen. Die neem ik en ik troef een harten. Maar dan
Ik kan twee hartens weggooien op hoge ruitens. Als de ruitens 4-2 zitten, met de dubbelton links, ga ik down. Ik verlies dan
A, deze aftroever, nog een schoppenslag en nog een hartenslag. Als rechts de dubbelton heeft, heb ik het goed gedaan, want rechts zal moeten aftroeven (anders kan ik al mijn kleine hartens kwijt) en ik kan 4-1 zitsels in schoppen aan (als de hartens 4-3 zitten)
Zitten de ruitens 3-3 dan speel ik een vierde ronde ruiten en waar ik mijn laatste kleine harten op weggooi. Ik mag nu nog steeds een schoppenslag verliezen en word niet troefkort.
Stel dat rechts
A heeft, dan kan je
A aftroeven, een harten troeven en er twee weggooien op hoge ruitens. Ook nu zijn er weer allerlei varianten te bedenken, bij de verschillende ruitenzitsels.
Pff, lastig te bedenken bij exact welke zitsels het contract gemaakt wordt als je
H laat rennen en of dat kansrijker is dan de rechttoe rechtaan speelwijze.
Je kunt overigens ook nog beide combinaties combineren door
H voor te spelen en als rechts
A heeft variant 2 te spelen en als rechts
A niet legt, deze toch gewoon af te troeven en over te stappen op variant 1.
Na lang nadenken zegt mijn gevoel me dat
H laten doorlopen iets kansrijker is, ook al is variant 1 mijn intuïtieve speelwijze.