Probleem 4 (2-10): snijden of niet?

[K-J]

Het laatste probleem uit de viertallenwedstrijd tegen de NBB-jeugdselectie 2 is het eerste spel dat Patrick tegen zijn zoon Sander mag spelen. De vonken vliegen er meteen vanaf en je zou wel kunnen zeggen dat dit spel beslissend gaat zijn voor de uitslag.

Je hebt de volgende kaart:

7653
HV932
V86
B

Allen kwetsbaar opent je zoon voor je 1 . Je laat je door zo'n kwajongen natuurlijk niet zomaar wegdrukken, dus je volgt 'ietwat' licht 1 en dat zorgt voor dit totale biedverloop:

Sander..Patrick...Tobias....KJ
Noord....Oost.....Zuid.....West
1 ....1 .....pas .....3
3 .....pas......4 ....4
dbl.....a.p.

Sander heeft dus een vrij extreem twee-kleurenspel en KJ heeft blijkbaar een kanon met hartenfit. Na de klaverstart blijkt het contract op de schoppenbeslissing te zitten:

AV8
A8754
B7
HV9

7653
HV932
V86
B

Sander neemt A en AH mee en gaat eruit met ruiten (zijn partner bekent nog). Patrick trekt de troeven, deze zitten 2-1, waarbij Sander een singleton bleek te hebben. Tja, je kan er lang of kort over doen, maar uiteindelijk zal je een schoppen naar de dummy spelen en dan leg je de ....

Tja, dat is de 16 impen vraag. Welke schoppen (de aas of de vrouw) leg je?

[Raoul]

Ik heb pas 11 punten gezien bij zoonlief, ik speel erop dat hij voor zijn bieden ook nog heer heeft

[Erik]

Voor zijn doublet zal hij toch ook wel gokken op een extra aankomer voor zijn kleuren. Aas dus.

[Jan]

Dus Sander heeft

? / x / AHxxx / Axxxxx

Als ? een kleintje is, is het wel een erg zwak strafdoublet. Zelfs voor de jeugd.

Ik sla schoppenaas. Mooi hallo-hiero doublet! Deze hand gaat hij zich nog lang herinneren...