Ik zie hier twee mogelijkheden voor het tegenspel:
1. Je duikt
A (je geeft een aansignaal) en je hoopt dat je partner nog 2x aan slag komt, zodat je twee hartenslagen maakt, zodat je 3SA precies op contract houdt. Je kan beter
A duiken dan nemen en harten doorspelen, voor het geval partner slechts een driekaart harten heeft (of zou hij daarmee de één-na-hoogste gestart zijn?). Een tweede reden is dat je, door
A te duiken, niet direct twee hartenslagen ontwikkelt voor de tegenpartij.
2. Je neemt
A en switched naar naar ruiten. Je hoopt op die manier op tijd een ruitenslag te ontwikkelen, voordat de leider de rest heeft in klaveren, schoppen en harten.
Speelwijze 1 kan werken als de leider iets heeft als:
Vxx
Bx
HBxx
ABxx
De leider zal
A eruit gaan pesten en als hij
10 niet vindt heeft hij pas 9 slagen. De
snit zit fout, dus hij gaat niet meer dan 9 slagen maken.
Speelwijze 2 werkt als de leider iets heeft als:
Vxx
Bx
Axx
ABxxx
Je zal nu snel moeten zijn met het ontwikkelen van je ruitenslag, want anders heeft de leider 11 slagen na het vrijspelen van de klaveren (partner komt met klaveren aan slag, maar hij kan geen ruiten inspelen) en het vervolgens eruit pesten van
A.
Tja, welke speelwijze het beste is vind ik lastig om te zeggen, volgens mij heeft partner in beide gevallen een normale hartenstart en met beide handen biedt de leider zoals hij geboden heeft. Een kwestie van het juiste kwartje opgooien dus.
Overigens maakt het volgens mij niet uit wat je doet op het spel zoals het lag op onze clubavond. De leider heeft gewoon altijd 10 slagen.
