↑ Return to Januari 2014

Arbitrage!

Arbitrage!

Bij de meeste sporten wordt tijdens de training of lessen de regels meegenomen in het cursusparket. Bij bridge niet anders zou je denken. Nou dat valt best tegen. In de meeste cursussen wordt wel aandacht besteed aan het feit dat je moet bekennen als je kunt , wie er als eerste een kaart in moet spelen voor een slag en als je geluk hebt, wordt het gebruik van de stopkaart en de alertteerkaart uitgelegd, maar verder wordt er eigenlijk niet op de regels ingegaan.

In de afgelopen jaren heb ik menigmaal gehoord dat mensen wilden dat ze meer wisten van de regels, omdat zich (tijdens de externe competitie) dingen voordeden waarvan ze vermoeden dat ze niet helemaal door de beugel konden, maar het niet zeker wisten en om de sfeer aan tafel niet te verpesten de arbiter maar niet hebben geroepen. Helaas ga je als je de avond verliezend hebt afgesloten dan met een rotgevoel naar huis. Dus daarom deze additie aan onze e-Dommy.

Het primaire doel van de regels bij bridge is; om in het geval van een overtreding ervoor te zorgen dat de normale gang van zaken, zo mogelijk, hersteld wordt. In sommige gevallen is dit niet (meer) mogelijk en volgen er ‘straffen’ (meestal een arbitrale score, die de normale gang van zaken zou moeten reflecteren). Hoe eerder je de arbiter roept, hoe makkelijk het is om iets te herstellen. Probeer je het eerst zelf op te lossen, dan wordt het voor de arbiter zo veel moeilijker om het te herstellen, met als gevolg dat de enige keuze een arbitrale score is.

NB: ik ben geen expert in de regels. Het is dus mogelijk dat er foutieve of niet complete informatie in staat. Wil je de regels beter leren kennen, dan adviseer ik je deel te nemen aan de cursussen CLA (club leider A), CLB (club leider B) en WL (wedstrijdleider). Dit kan op kosten van de club, mits je beschikbaar bent om als arbiter op te treden bij competitieavonden :-D.

De rechten en de plichten van de Dummy

De eerste plicht van de dummy is Bier of andere dorstlessers halen. Bridgen is veel leuker wanneer je niet dorstig bent ;-). Zijn tweede plicht is met zijn tengels van de kaarten afblijven.

Je wordt pas officieel dummy wanneer de uitkomst open op tafel ligt (ervan uitgaande dat de juiste persoon is uitgekomen) en jij je kaarten neerlegt.

Vanaf dat moment moet/ mag je:

  1. Je moet de kaart bijspelen die de leider aanduidt en verder van de kaarten afblijven. Niet met je handen boven de kaarten zweven. Ga desnoods op je handen zitten.
  2. Je mag het aantal gemaakte en niet gemaakte slagen bijhouden
  3. Je moet/ mag in het bijzijn van de wedstrijdleider/ arbiter informatie verstrekken over feiten (hoe er gespeeld of wat er gebeurd is).
  4. Je mag de leider (niet de tegenspelers) vragen of hij, op het moment dat hij niet bekent, mogelijk aan het verzaken is (Weet je zeker dat je die kleur niet meer hebt maat?)
  5. Je mag proberen elke onregelmatigheid van de kant van de leider te voorkomen, maar alleen op het moment dat het zich voordoet (bv. voorspelen van de verkeerde kant, een slag fout neerleggen).

Daarnaast gelden er een aantal beperkingen voor de dummy:

  1. Tijdens het spelen mag de dummy niet de aandacht vestigen op een onregelmatigheid. Dit mag pas na afloop van het spelen, of wanneer een van de tegenspelers of de leider er de aandacht op vestigt.
  2. De dummy mag niet deelnemen aan het spelen en hij mag niets over het spel aan de leider overbrengen. In andere woorden: Blijf met je tengels van de kaarten af tot de leider iets aanduidt! En als die aanduiding niet heel duidelijk is, vraag nadere uitleg.
  3. De dummy mag niet meekijken met zijn buren of partner
    1. Je mag je hand niet uitwisselen met die van de leider
    2. Je mag niet opstaan om het spelen van de leider te volgen (met de leider meekijken)
    3. Je mag niet op eigen initiatief kijken in de kaarten van de tegenstanders.

Overtreedt je deze regels dan kunnen dan kunnen er zogenoemde procedurele straffen uitgedeeld worden (komt niet vaak voor).

Overtreedt je de regels onder 3 dan vervallen er een aantal van je rechten.

  • Je mag de leider niet meer waarschuwen voor het voorspelen uit de verkeerde hand. Doe je dit wel dan mogen je tegenstanders beslissen uit welke hand wordt voorgespeeld.
  • Je mag de leider niet meer vragen of hij verzaakt. Doe je dit wel en kan de leider bekennen dan moet de leider eerst bekennen, maar de slag wordt behandelt alsof er een (voldongen) verzaking  heeft plaatsgevonden.
  • Mocht je een speelwijze suggereren door aan kaarten te zitten die niet zijn aangeduid, dan kan de arbiter geroepen worden en kan hij/zij een arbitrale score toekennen als hij/ zij van mening is dat het invloed heeft gehad op het spel.

Uit dit setje met regels volgt natuurlijk een aantal vragen. Ik zal proberen er een paar voor te zijn en ze alvast te beantwoorden.

Wanneer is een kaart aangeduid?
Dat kan op vele verschillende manier: De kaart volledig noemen (noem je een kaart die er niet ligt, dan moet je een ander kaart aanduiden en dat mag ook een andere kleur zijn (leuk truukje als je per ongeluk een verkeerde kaart dreigt te noemen/ spelen)), laag (dan moet de dummy de laagste kaart van de gevraagde kleur spelen. Als de dummy moet voorspelen wordt aangenomen dat de kleur door wordt gespeeld die in de vorige slag is gespeeld), hoog (dan moet de dummy de hoogste van de gevraagde kleur spelen), overnemen (dan moet de dummy de laagste kaart spelen waarmee hij de slag kan overnemen), de slag nemen (die laagste kaart waarvan bekent is dat die de slag wint), enkel een kleuraanduiding, bv klaver (dan wordt aangenomen dat je de laagste speelt, behalve wanneer je een rijtje aan het aflopen bent), troef (de laagste troef) en doe maar iets ( in dit geval mogen de tegenstanders beslissen).

Nog even een voorbeeld: Je moet een kaart voorspelen uit de dummy en je zegt: de 6. Nu heb je zowel harten als schoppen 6, dan ben je verplicht aan te geven welke 6 je bedoelt. Het is dus niet zo dat de tegenstanders dit voor je mogen beslissen.

De Dummy is drank halen wie mag nu de kaarten van de dummy spelen?
– officieel mag enkel de leider dat. Niemand doet er moeilijk over als een tegenstander het doet, maar zorg dat je aan het eind van het spel de kaarten telt voor je ze terugstopt. Zo voorkom je 12-14 zitsels en mogelijk straffen voor het onspeelbaar maken van een spel.

Ik mag als dummy niet de aandacht vestigen op een onregelmatigheid, maar ik mag wel voorkomen dat mijn partner iets onregelmatigs doet. Spreken die twee regels elkaar niet tegen?
– Nee, je mag als dummy voorkomen dat je partner iets onregelmatigs doet, maar enkel op het moment, dat die onregelmatigheid plaatsvindt.
x Voorbeeld 1: je mag je partner attenderen dat hij vanaf de verkeerde kant speelt, maar dit kan alleen op het moment dat partner voorspeelt en de tegenstanders nog niet hebben bijgespeeld.
x Voorbeeld 2: Verzaking; partner of tegenstander verzaakt, meestal kom je er pas een paar slagen later achter dat partner of tegenstander verzaakt heeft. Op dat moment mag je niks zeggen. Pas wanneer het spelen klaar is, mag je, als dummy, aangeven dat je denkt dat iemand verzaakt heeft. Omdat de kaarten nog allemaal netjes in gespeelde volgorde op tafel liggen, kan het makkelijk worden gecontroleerd (daarom mag je dus nooit je kaarten meteen bij elkaar gooien en schudden, zorg ervoor dat je eerst zeker weet dat iedereen het eens is over het aantal slagen).