↑ Return to Mei 2016

(Te) Lang nadenken is valsspelen

 
Dat bridge een denksport is wordt door menigeen nog wel een gnuivend ontkend, of anders met een sarcastische ondertoon bevestigend uitgesproken. Eigenlijk is de term puzzelspel beter op zijn plaats. Elk spel moeten er twee puzzels opgelost worden, en op een avond dus achtenveertig (of zesenvijftig). De helft daarvan is de puzzel waarmee de juiste combinatie van (soms ontwrichtende) biedingen moet worden gevonden, waarna de andere puzzel bestaat uit het bedenken van de juiste volgorde en keuze van de te spelen kaarten.
 
Voor elk setje van twee puzzels krijg je zevenenhalve minuut, wat in een rondje van vier spellen neerkomt op dertig minuten. In elk rondje heeft elke speler dus zevenenhalve minuut denktijd tot zijn beschikking wat per paar neerkomt op vijftien minuten. In de praktijk heb je natuurlijk veel meer denktijd omdat je ook mag nadenken als partner of de tegenpartij aan de beurt is. Voor sommigen misschien een onnodige toevoeging, maar ik heb toch de ervaring dat menigeen dat laatste over het hoofd ziet en pas gaat denken wanneer hij/zij aan de beurt is.
 
Of de puzzels nu moeilijk of makkelijk zijn maakt niet uit. De spelregels geven aan dat je de puzzels binnen de gestelde tijd moet oplossen. Ben je niet goed genoeg om de puzzels binnen die tijd op te lossen, dan zeggen de spelregels dat je verliest. Hoe komt het dan toch dat zoveel spelers zich meer tijd toe-eigenen dan waar ze recht op hebben? Je hebt niet voldoende capaciteiten in huis om de puzzel op tijd op te lossen, dus steel je maar tijd. Dat is toch raar?
 
Nu is het natuurlijk zo dat in een ronde van vier spellen, je de gelegenheid hebt om er een beetje mee te spelen, en als je een ronde van twaalf spellen hebt (bijvoorbeeld bij een viertallen wedstrijd) nog veel meer. Dat neemt niet weg dat je ook daarin een beetje vooruit moet denken. Ook is het zo dat wanneer de tegenstander de eerste drie spellen vlot speelt omdat er voor hem minder te puzzelen valt, je kunt proberen om wat van zijn denktijd in te pikken. Het probleem ontstaat echter wanneer die tegenstander dan op spel 4 zijn opgespaarde denktijd wil benutten. Er is een probleem omdat jij die al van hem gestolen hebt.
 
Veelal wordt dan maar de optie gekozen om die tijd van andere spelers in het veld af te pakken. Namelijk iedereen die moet wachten omdat je niet op tijd klaar bent. Die twee minuten wisseltijd is geen uitlooptijd. Je hebt twee minuten om je netjes te verafscheiden van je tegenstanders, je rotzooi van tafel op te ruimen (in plaats van het voor de mensen na jou achter te laten), naar de andere tafel te gaan, daar je tegenstanders te begroeten en ze een systeemkaart te overhandigen met een mondelinge toelichting over bijzondere afspraken, waartegen ze zich misschien nog even kort moeten wapenen. Tot slot heb je dan nog even de tijd om op hun systeemkaart te kijken of er afspraken op staan die van belang zijn voor jullie eigen afspraken.
 
Dat is voor veel mensen al teveel voor twee minuten, laat staan als die tijd dan ook nog eens wordt ingepikt door mensen die te lang nadenken tijdens het spelen. Natuurlijk zijn er ook mensen die teveel ouwehoeren, maar laten we dat dan toch maar even noteren als een verkwisting van hun eigen denktijd en het ze dus ook aanrekenen als denktijd.
 
Dit stelen en verkwanselen van speel- en voorbereidingstijd van anderen om een onrechtmatige goede score te bemachtigen is mij een doorn in het oog. Wat ik echter nog veel kwalijker vind is de druk die vervolgens door deze valsspelers wordt gelegd op hun tegenstanders wanneer er niet genoeg tijd meer is om op een fatsoenlijke manier de puzzels van het laatste spel te kunnen oplossen.
 
 
 
Per club is het verschillend geregeld, maar doorgaans mag je niet meer aan het laatste spel beginnen wanneer er minder dan vijf minuten op de klok staan. Mijns inziens op zich een slechte afspraak, want men heeft voor de afgelopen drie spellen gemiddeld 8,33 minuten nodig gehad. Dan is vijf minuten voor het laatste spel natuurlijk nooit genoeg. Wanneer echter beide paren daar evenveel tijd van gebruikt hebben is het terecht dat ze nog aan dit spel mogen beginnen omdat ze beide hun kruit verschoten hebben. Zijn ze niet op tijd klaar krijgen ze allen straf.
 
Een heel stuk kwalijker wordt het wanneer één partij beduidend meer tijd heeft verbruikt dan de andere partij. Vaak is het de valsspelende partij die de andere partij opdraagt om nog gauw het laatste spel te spelen. Daarbij wordt emotionele chantage op generlei wijze geschuwd. Triest genoeg zijn het dan vaak ook de betere spelers die de mindere spelers (meestal ook minder ervaren spelers) dwingen hiermee akkoord te gaan. Zij hebben al drie keer door bovengemiddeld lang na te denken een bovengemiddelde score gehaald, proberen nu ook nog eens een straf daarvoor te ontlopen en, en passent een slechte prestatie van de tegenstanders af te dwingen. Die gaan door de druk al makkelijk minder presteren en de tijd die ze zouden hebben voor het oplossen van de puzzel is ze al afgenomen. Het zijn weerzinwekkende praktijken.
 
Toch ervaart vrijwel niemand dit zo terwijl, op de keper beschouwd, spelers scores krijgen waar ze geen recht op hebben. Al snel wordt gezegd "we zijn hier voor ons plezier" (de emotionele chantage) maar zelden zegt er iemand dat dit plezier bestaat uit het binnen de toegestane tijd goed en kundig oplossen van puzzels. Hierin zijn het altijd de valsspelers die de boventoon voeren. Laat ik hierin eens een parallel trekken met het taboe dat in de bridgewereld nog altijd rust op het roepen van een arbiter. "We spelen toch zeker niet met het mes op tafel?" (weer de emotionele chantage) en "Het moet wel gezellig blijven" zijn zeker nog steeds veel gebruikte argumenten om het verzoek om arbitrage te ontmoedigen.
 
Als je als arbiter aangeeft één of beide paren te willen straffen voor tijdsoverschrijding, dan ontvlamt de situatie al snel. Spelers worden boos en gebruiken die boosheid om onder hun straf uit te komen. Niet zelden zijn de aanvallen op de arbiter dan ook persoonlijk en niet inhoudelijk. Uiterst kwalijk, maar wel de praktijk. En waarom die boosheid? Omdat het resultaat belangrijker is dan de regels. In veel sporten geldt bij de beoordeling van situaties door scheidsrechters de regel: "No harm, no foul". Maar in dit geval is er wel degelijk sprake van "harm". Er is immers gescoord vanuit een buitenspel positie en dus onrechtmatig gescoord, dus "foul".
 
Hoe moet je hier als club of bond nu mee omgaan? Twee mogelijkheden: Niet of Meedogenloos.
Het kan binnen een club niet zo zijn dat de ene arbiter het laat gebeuren en de andere wel stringent is. Dat geldt door de bond net zo. Als er een beleid wordt bepaald, dan dienen alle arbiters van de betreffende instantie zich hieraan te confirmeren.
 
Mijn persoonlijke opvatting over de laatste vraag moge duidelijk zijn. Meedogenloos. Wanneer een tafel met minder dan x minuten (per instantie vast te stellen, maar ik stel voor "zesenhalf") nog aan een spel begint, dan dient de arbiter te vragen of het late starten de schuld is van één van beide paren. Is het antwoord hierop ja, dan dient het spel onmiddellijk geannuleerd te worden en op gemiddelde min en gemiddelde plus vastgesteld te worden. Is het antwoord nee, dan dient voor het verstrijken van de klok een resultaat ingevoerd te zijn anders krijgen beide paren een gemiddelde min. Let op: ook in de laatste ronde dient dit zonder uitzonderingen gehanteerd te worden. Spelers die dezelfde spellen in eerdere ronden hebben gespeeld, hebben ook die extra puzzeltijd niet gekregen.
 
 
 
Omdat de vraag wiens schuld het is vaak tot controverse zal leiden is het van belang om per instantie een dossier van tijdstraffen bij te houden. Dat maakt het voor arbiters makkelijker om in geval van twijfel te beslissen. Elke club heeft zijn notoire langdenkers. Ze komen snel genoeg bovendrijven. Het is mij een raadsel waarom er in de meesterklasse en bij internationale wedstrijden geen onafhankelijke tijdwaarnemers worden ingezet. Met een vrijwilliger en een simpele schaakklok is dit toch zo geregeld?
 
Hollanders als we zijn willen mensen natuurlijk een coulance regeling. Sommige clubs staan paren toe om 1 spel per avond na te spelen. Dat betekent een vertraging van negenenhalve minuut voor de uitslag. Lijkt acceptabel. Clubs kunnen paren (bijvoorbeeld cursisten) toestaan om minder spellen per ronde te spelen. In een viertallenwedstrijd kun je minder stringent zijn wanneer beide teams evenveel tijd gebruiken omdat er niemand anders is die er last van heeft. Maar dat is dan ook de enige. Uitspelende ploegen moeten kunnen afdwingen dat thuisarbiters ook tijdstraffen geven aan thuisploegen bij eenzijdige tijdsoverschrijdingen. Andersom gaat het meestal wel vanzelf, maar dat ligt weer aan de emotionele druk waaraan een thuisarbiter wordt blootgesteld door zijn clubleden.
 
Het is de cultuur die moet veranderen. Van "het moet leuk blijven" naar "helaas, het is niet gelukt om de puzzel binnen de gestelde tijd te kraken". Dat vergt een stringent beleid met goed beargumenteerde opvattingen. Met alles maar liefdevol door de vingers zien gaat het niet gebeuren.