↑ Return to September 2016

Dikke Organiseert Meeslepende Biedwedstrijd: Oplossingen

In de eerste editie van deze rubriek wonnen Martijn H en Roel van KJ en Patrick. De winnaars van toen nemen het nu op tegen de andere helft van Dombo 1: Jan en Wouter. Net als vorige keer bieden de paren 8 spelletjes tegen elkaar. De spellen zijn afkomstig uit oude Imps en Bridge Worlds. Voor wie wil klagen over de waarderingen van de contracten verwijs ik dan ook naar de redacties van deze tijdschriften J.  
Hieronder volgt eerst een korte beschrijving van de gehanteerde systemen.
 
Martijn en Roel
Het systeem van Martijn en Roel is gebaseerd op ideeën van Tim Heeres. Ze spelen 2-over-1 MF, 5542, met een 11-14 1SA opening. Alle 15-19 gebalanceerde handen zitten in 1♣. 2♣ is altijd sterk, 2♦ is Flannery: 10-15 punten met een vijfkaart harten en een vierkaart schoppen. 2♥/2♠ zijn 10-13 punten met een zeskaart in de geboden kleur. In de 3e en 4e hand zijn 2♦/2♥/2♠ weer zwak, vanaf een vijfkaart en tot een redelijke opening. In MF situaties kan een hand helemaal opgevraagd worden. Doubletten zijn bijna altijd kort, en 2NT in competitie is bijna nooit echt. 
 
Jan en Wouter
Jan en Wouter spelen een natuurlijk 5542-systeem met 2/1 mancheforcing en een 12-14 sans. De 1♣-opening bevat alle 15-19 gebalanceerde handen zonder vijfkaart in een andere kleur. Hierna wordt T-Walsh gespeeld en is 1SA een mancheforcing relay, waarna de hele hand v/d openaar opgevraagd kan worden. Na 1♥ of 1♠ is 2♣ de mancheforcing relay en is 2SA 10-14 punten met minimaal driekaart steun (Maas-complex). Op 2-niveau is 2♣ zwak met ruitens en 2♦ zwak met hartens. Deze openingen bevatten tevens de sterke handen. 2♥ is de K2-conventie: zwak met precies vijf hartens en drie tot vijf schoppens. 2♠ is zwak met schoppens. Deze preempts kunnen afhankelijk van de kwetsbaarheid erg aggressief zijn. In het vervolg van het bieden worden een aantal relays gespeeld om het bieden snel mancheforcing te maken, zoals Gazzilli en two-way checkback Stayman. Veel sprongbiedingen zijn derhalve zwak of inviterend en geven met name verdeling aan.).  
 
 
Martijn-Roel: 0
Jan-Wouter: 0
 
Spel 1
♠ AH732
♥ VBT962
♦ 6
♣ 3
 
N/-
♠ 984
♥ H543
♦ A2
♣ AH42
 
5♥ = 10
4♠ = 6
5♠ = 5
6♥ = 3
6♠ = 1
 
Op het eerste spel moet west meteen aan de slag met een 6-5 verdeling. Ondanks de extreme verdeling van West, de dubbele fit, en de controlerijke hand van Oost moet je toch uit slem blijven omdat je naast ♥A niet van je schoppenverliezer afkomt. Erg moeilijk, lijkt me zo…
 
Roel
Martijn
 
1♣*
1♦*
1♥*
2♦*
2SA*
3♣*
3♠*
4♣*
4♥
4SA*
5♦*
7♥
 
 
Martijn vindt deze 14 punter te sterk voor een 11-14 1SA opening en opent 1♣. 1♦ belooft vier of meer hartens en 1♥ geeft een 3+kaart steun aan (de T-walsh conventie). 2♦ is nu een MF relay en Martijn geeft daarop met 2SA en 3♠ zijn verdeling aan. Dat gaat niet helemaal goed (1=4=3=5 of 1=4=2=6), maar na 4♣ (controle in klaveren voor harten) lijkt alles toch nog op zijn pootjes terecht te komen als Martijn afzwaait in 4♥. Roel is echter nog niet uitgeboden en vraagt keycards. Martijn geeft er 0 of 3 aan. Op dat moment raakt Roel bevangen door de hitte (we namen deze quiz af bij bijna 30 graden) en biedt nu 7♥. Een valse start voor de titelverdedigers.
 
Jan
Wouter
 
1SA*
2♣*
2♥*
4♣*
4♦*
4♥
5♥
6♥
 
 
Jan en Wouter kunnen niet echt profiteren van de misstap omdat zij ook niet uit slem blijven. Na de 11-14 SA biedt Jan een Stayman-relay, die onder andere sterke 5-5 handen bevat. Na het harten antwoord van Wouter geeft hij met 4♣ een splinter aan. Hierna vindt hij dat hij wel genoeg gedaan heeft en zwaait af in 4♥. Wouter heeft voor zijn bieden nu een geweldige hand, en biedt nog 5♥, waarop Jan 6♥ biedt.
 
Martijn-Roel: 0
Jan-Wouter: 3
 
 
Spel 2
♠ HB875
♥ B
♦ V74
♣ AH82
 
O/NZ
♠ AV
♥ AHV84
♦ H863
♣ 74
 
6SA = 10
6♥ = 6
5SA = 5
6♠ = 4
5♥ = 3
5♠ = 2
 
Er is geen fit, veel punten in korte kleuren, en toch is het een zeer goede 6SA. Stevig doorbieden is aan domboërs doorgaans wel besteed, toch?
 
Roel
Martijn
 
1♥
1SA*
2♣*
2♦*
2SA*
3♣*
3SA*
 
Na de 1♥ opening toont het 1SA antwoord van Roel 6+ punten en een 4+kaart schoppen (een regulier 1♠ antwoord dus). 2♣* is nu de Gazzilli conventie: óf 11-15 met hartens en klavers, óf verschillende sterke varianten. Alle andere heropeningen zijn daardoor gemaximeerd. Vrijwel de voltallige Nederlandse top speelt deze truc inmiddels. Nadeel is wel dat deze 2♣ heropening forcing is, waardoor je niet meer kunt afstoppen in 2♣. Het 2♦ antwoord op de Gazzilli bevat alle handen met 8+ punten, waardoor het bieden MF wordt tegenover de sterke variant. Met 2SA toont Martijn nu 16+ en ontkent hij een schoppenfit. 3♣ vraagt en 3SA toont nu precies twee schoppens, vijf hartens, en een gebalanceerde hand. Roel besluit daarop van verder slemonderzoek af te zien.
 
Jan
Wouter
 
1♥
1♠
2♣*
2♦*
3♦
4SA
6SA
 
Bij Jan en Wouter begint het bieden vrijwel identiek. Ook bij hen is 2♣ Gazzilli, maar Wouter besluit daarna om met 3♦ zijn vierkaart ruiten te tonen. Jan ziet het met 14 tegenover een 15+hand wat zonniger in dan Roel en biedt een kwantitatieve 4SA. Wouter kopt dat voorzetje uiteraard in.
 
Martijn-Roel: 5
Jan-Wouter: 13
 
 
Spel 3
♠ AB6
♥ A6
♦ AH4
♣ HVB84
 
Z/OW
♠ 85
♥ HVB84
♦ 52
♣ AT76
Noord biedt 3: preëmptief
7SA = 10
7♥ = 9
7♣ = 8
6SA = 5
6♥ = 4
6♣ = 3
Manche = 2
(3♦X) = 1
 
Op spel 3 krijgen de deelnemers een preemptieve actie van de tegenpartij te verwerken. Lukt het ze om daarna het groot slem te bereiken?
 
Roel
 
Martijn
 
2♣*
(3♦)
3♥
 
3SA
 
4♣
 
4♦*
 
4♥
 
4SA*
 
5♠*
 
6♣*
 
6♥*
 
7SA
 
 
 
 
Bij Roel en Martijn is 2♣ altijd sterk. Na het 3♦ bod biedt Martijn zijn vijfkaart harten aan, en Roel biedt 3SA. Martijn zet nu stevig door door 4♣ te bieden. Dat is precies wat Roel nodig heeft. Hierna wordt het een beetje schimmig, maar Roel vraagt met 4SA Keycards. Het 5♠ antwoord van Martijn duidt erop  dat hij ♥V als troefvrouw heeft aangegeven. 6♣ vraagt verder, maar Roel realiseert zich dat dat eigenlijk onnodig is: er moeten nu wel 13 slagen te halen zijn.
 
Jan
 
Wouter
 
2♣*
(3♦)
3♥
 
3SA
 
 
 
 
Na 3SA besluit Wouter niet verder te bieden met zijn relatief vlakke hand. Hierdoor wordt het uitstekende groot slem gemist, en verdampt hun voorsprong.
 
Martijn-Roel: 15
Jan-Wouter: 15
 
 
Spel 4
♠ B98643
♥ 3
♦ 76
♣ BT43
 
W/Allen
♠ V
♥ AHV62
♦ A8432
♣ V7
 
2♠ = 10
2♦ = 6
1♥/3♠ = 5
2♥/2SA/3♦ = 2
4♠ = 1
 
Op spel 4 moeten de deelnemers weer laagblijven.
 
Roel
Martijn
pas
1♥
1SA*
3♦*
pas
 
 
Roel laat zich verleiden tot een bod met zijn tweepunter, mogenlijk ingegeven doordat het een biedwedstrijd is(?). Zijn 1SA is net als in spel 2 een soort 1♠ antwoord. Hij wordt meteen bestraft als Martijn 3♦ herbiedt. Doordat ook in deze situatie de Gazzilli conventie van kracht is, kan Martijn direct een MF hand met een 5-5 aanbieden (met een 5-4 zou hij eerst 2♣ geboden hebben). Roel ziet nu dat hij een heilloze weg is ingeslagen en legt een asystematische pas op tafel. Hij krijgt er nog twee puntjes voor.
 
Jan
Wouter
pas
1♥
pas
 
 
Jan en Wouter bieden wel ‘normaal’ en komen in de 5-1 fit op 1-niveau terecht. Dat scoort nog altijd beter dan de 5-2 fit op 3-niveau en ze nemen daardoor voor de tweede maal de leiding in de wedstrijd.
 
Martijn-Roel: 17
Jan-Wouter: 20
 
 
Spel 5
♠ AH2
♥ 87
♦ AH965
♣ HT3
 
N/NZ
♠ VB8753
♥ VBT942
♦ –
♣ A
 
5♠ = 10
5♥ = 8
4SA = 3
6♥/6♠ = 1
 
Een spel met hetzelfde thema als spel 1. Dit keer heeft Oost een distributionele hand, en is het ondanks een dubbele fit en veel controles geen slem. Lukt het de paren nu wel om eruit te blijven?
 
Roel
Martijn
 
1♠
2♣*
2♦*
2♠*
4♦*
4♠
 
 
Het 2♣ antwoord is een MF relay en 2♦ toont een minimum. 2♠ is weer een relay, maar toont ook schoppenfit en sleminteresse. De bedoeling is dat Martijn nu zijn verdeling gaat aangeven, maar met een 6-6 is dat onmogelijk. Martijn kiest daarom voor het goedkoopste ‘niet bestaande’ bod (4♦) om die boodschap over te brengen. Roel gooit daarop de handdoek met 4♠.  
 
Jan
Wouter
 
1♠
2♣*
2♦*
2♥*
4♦*
5♣*
5♠
 
Ook Jan begint met een MF relay en Wouter’s 2♦ is net als bij de andere deelnemers ‘ieder minimum’. Jan vraagt door met 2♥, en ook Wouter zit nu in de problemen. Hij besluit zijn hand middels 4♦ te verkopen als een willekeurige 6-5 hoog. 5♣ van Jan stelt de schoppens vast en toont sleminteresse.  Wouter zwaait nu af in 5♠. Ook zij bereiken hier dus de 10.
 
Martijn-Roel: 27
Jan-Wouter: 30
 
 
Spel 6
♠ VT5432
♥ V5
♦ HVT9
♣ 7
 
O/OW
♠ HB
♥ AH982
♦ B5
♣ T542
Noord volgt in klaveren
4♠ = 10
3♠ = 5
3♥/4♥/(3♣X) = 3
(2♣X) = 1
 
Op het volgende spel moeten de deelnemers een manche bieden met 12 tegenover 9 en niet eens een superfit. Te Moeilijk? Niet voor Roel en Martijn:
 
Roel
 
Martijn
 
 
 
1SA*
 
2♥*
(3♣)
3♥
 
4♠
 
pas
 
 
Martijn besluit de hand als een gebalanceerde 11-14 te verkomen. Niet gek met veel punten in de doubletons. 2♥ van Roel is een Jacoby transfer, maar nu gooit Noord roet in het eten met zijn 3♣ bod. Martijn bijt door de zure appel heen en biedt 3♥: maximum(!) met een vijfkaart harten. De heren hadden een klein verschil van mening of dit bod honneur-klein (Martijn) of een driekaart schoppen (Roel)  zou moeten beloeven. Omdat Roel van dit laatste uitging was het voor hem eenvoudiger om deze scherpe manche nu uit te bieden. 
 
Jan
 
Wouter
 
 
 
1♥
 
1♠
(2♣)
Pas*
 
Dbl*
 
2♠*
 
3♠
 
pas
 
 
Wouter begint met 1♥. Na het 1♠ antwoord van Jan en het volgbod van Noord spelen zij het supportdoublet. Dit betekent dat ze met elke hand met een driekaart schoppen doubleren. Pas moet dus geallerteerd worden (want minder dan drie schoppens. Het doublet van Jan is take-out, en Wouter toont nu met 2♠ honneur-klein. Jan inviteert nu nog, maar Wouter vindt niet dat hij overwaarde heeft. Achteraf verzucht hij dat hij waarschijnlijk wel had moeten bedenken dat ♦B een belangrijk plaatje zou zijn, gezien het 2♣ bod van Noord.
 
Martijn-Roel: 37
Jan-Wouter: 35
 
 
Spel 7
♠ AHV942
♥ T6
♦ 864
♣ V7
 
Z/Allen
♠ 3
♥ AHV5
♦ H7
♣ AHBT62
 
6SA (O) = 10
6SA (W) = 7
6♣ = 6
5SA (O) = 4
5♠/5SA (W) = 3
5♣ = 2
6♠ = 1
 
Op spel 7 is het zaak om 6SA in de goede hand te krijgen.
 
Roel
Martijn
2♠*
2SA*
3♠*
4SA*
5♠*
6SA
 
Roel en Martijn spelen een 2M opening als 10-13 met een zeskaart. Martijn vraagt met 2SA, en 3♠ toont een minimum zonder singletons of renonces. Martijn vraagt nu Keycards en biedt 6SA, dat netjes in de Oostand zit.
 
Jan
Wouter
1♠
2♣*
2♦*
2♥*
2SA*
3♣*
3♠*
4♣*
4♠
5♣
5♠
6♣
7♠
7SA
 
O nee! Jan en Wouter hebben een biedmisverstand en ineens is de wedstrijd beslist! Het begin was goed: 2♣ was een MF relay, 2♦ was ‘ieder minimum’, 2♥ vraagt verder, en 2SA toont een éénkleurenspel schoppen. Wouter vraagt met 3♣ verder, en Jan geeft met 3♠ een 6♠[322] aan. 4♣ is daarna een slempoging voor schoppen en Jan zwaait af met 4♠. Vanaf hier wordt het mistig. Is 5♣ een ‘tikkie terug’ of ‘om te spelen’? Jan besluit opnieuw af te wijzen met 5♠. Wouter biedt nu 6♣ om andermaal in een klavercontract af te stoppen, maar Jan vat het op als een poging voor groot slem! Over 7♠ biedt Wouter hoofdschuddend 7SA, wetende dat er ergens een wiel van de wagen is gevallen. In de postmortem zijn de heren het erover eens dat 6♣ om te spelen moet zijn, aangezien een groot slempoging zonder Keycards vragen toch wel erg typisch is.           
 
Martijn-Roel: 47
Jan-Wouter: 35
 
 
Spel 8
♠ A2
♥ AH
♦ AB9864
♣ AH3
 
W/-
♠ 8653
♥ VT96
♦ HV5
♣ B6
 
7♦ = 10
6SA = 7
6♦/6♥ = 5
7SA = 4
5SA/7♥ = 3
5♦/5♥ = 1
 
Als toetje komt een groot slem in ruiten, dat mij op het eerste gezicht niet heel moeilijk te bieden leek. De praktijk is weerbarstiger:
 
Roel
Martijn
2♣*
2♦*
2♥*
2♠*
2SA*
3♣*
4♦
4♥*
4♠*
6♦
 
Roel begint met een altijd sterke 2♣. 2♦ is een wachtbod, waarna Roel zijn verdeling aangeeft. 4♥ is nu Keycard vragen en 4♠ toont er één  of vier. Martijn ziet dat het nu slem is en biedt 6♦. Toch jammer, het lijkt erop dat de ‘verkeerde’ hand hier vraagt. Met een dergelijk verschil in punten is het meestal beter als de sterke hand vraagt en de zwakke antwoordt, omdat die veel beter zicht op het spel heeft. Misschien is dan 7♦ wel te bereiken…
 
Jan
Wouter
2♦*
2♥*
3♦*
4♦
4SA*
5♣*
5♥*
6♦*
pas
 
 
Bij Jan en Wouter heeft de sterke hand het initiatief. 2♦ is een zwakke twee in harten of iets sterks. De 2♥ van wouter is dus ‘pass or correct’. Ik verdenk hem er wel van dat hij aan tafel minstens 3♥ geboden zou hebben, maar in een biedwedstrijd verwacht je natuurlijk de sterke variant bij partner en ga je em natuurlijk niet ‘lastigvallen’ met een preemptieve verhoging. 3♦ toont een MF éénkleurenspel ruiten en 4♦ is daarna dus sterker dan een direct 5♦. Jan vraagt keycards, Wouter toont er één, en Jan vervolgt met 5♥ (troefvrouw vragen). Het 6♦ antwoord van Wouter bevestigt de aanwezigheid van troefvrouw, maar ontkent daarnaast het bezit van een Heer. Met ♠V in plaats van ♥V zou Wouter precies zo geboden hebben, bovendien kan Jan ook nog niet weten dat de klaver verliezer in dummy getroefd kan worden. Begrijpelijkerwijs besluit hij tot 6♦.
 
Daarmee komen we tot de volgende eindstand:
 
Martijn-Roel: 52
Jan-Wouter: 40
 
Ik dank de deelnemers, en feliciteer de winnaars. Roel en Martijn zullen in een volgende eDommy voor de derde overwinning gaan.
 
 
Floris